Column

nr. 70, 15-4-2025

Naam


Vorige maand waren er drie overlijdens in mijn naaste omgeving.
Het was niet alleen een verdrietige tijd, maar ook een periode van reflectie over afscheid, rouw, zingevingsbronnen, hernieuwde zingeving.
Afscheidsceremonies zijn daar, vind ik, waardevolle hulpmiddelen voor.
Tijdens een van die ceremonies werd gezegd: ’We blijven jouw naam noemen’.
Hoe mooi is dat. Overlijden leidt tot een andere manier van verbinden, maar een naam blijft.
Vervolgens kwamen in mijn gedachten struikelstenen, oorlogsmonumenten, grafstenen, bermmonumenten voorbij. Met een naam gaan ook mij onbekende overledenen als het ware leven.
In het pastorale centrum van een zorginstelling waar ik weleens kom, hangen foto’s met de naam van overleden bewoners. Sommige bewoners kende ik beter dan andere. Herinneringen komen spontaan op en bijna altijd verlaat ik de ruimte met een glimlach vanwege die herinneringen. Zonder de namen zou ik de meesten niet meer herkennen of pas na lang nadenken.
Door het schrijven van columns over Fien en Joke blijven gedachten aan hen levend. Ook na hun dood, nu bijna dertig jaar en anderhalf jaar geleden.
En juist bij bewoners van zorginstellingen is dat belangrijk. Want door personeelswisselingen, het doorgaans verbroken contact met familie na het overlijden van bewoners en het zo snel mogelijk opvullen van opengevallen plaatsen is de kans op vergeten aanwezig. Het rouwproces van medebewoners kan dan zomaar worden verwaarloosd.


Daarom blijven we jullie namen noemen.

Fien en Joke.
Mara, Loes, Patrick.




►Klik hier voor eerder gepubliceerde columns