nr. 48, 23-10-2022
‘Zou het je verbazen als deze cliënt binnen één jaar komt te overlijden?’ Het ‘nee’ op deze zogenaamde verrassingsvraag, markeert mogelijk de palliatieve fase.
Bijna drie jaar geleden had ik volmondig ‘nee’ gezegd op deze vraag over Joke.
Maar Joke is er nog steeds. Iedere keer dat ik op bezoek kom, verbaas ik me over haar veerkracht. Soms is ze moe, zitten we vooral hand in hand en zwijgen. Dan weer praat ze volop en verzekert ze me dat het de goede kant opgaat met haar.
Wanneer ik kom, steekt ze gelijk haar hand uit om de mijne vast te pakken (►column Friemelen). Het is mooi om te merken dat Joke qua karakter veel zachter is geworden. Ze hoeft haar energie nu niet te besteden aan lopen, zich ergeren of meten aan anderen, overal op letten, activiteiten moeten/mogen doen. Gelukkig is ze ook af en toe nog de oude Joke: mopperend, dwars, geïrriteerd. En ja: dat is signaalgedrag.
Ik geniet van haar verhalen. Ik verwonder me over wat ze weet te vertellen en hoe ze aan die opmerkingen komt.
Zo vertrouwde ze me toe dat ze niet meer loopt omdat ze glas in haar voet heeft. Een andere keer werd een begeleider die haar met lotion verzorgde toegesnauwd: ‘Noem jij dát verzorgen?’. Pas werd de felbegeerde boterham met pindakaas met smaak verorberd. Maar ‘het was wel érg droog, voortaan maar weken in water’. Ze vroeg ook of ik de volgende keer de kat meebreng, want katten zijn zo lekker zacht.
Ondanks haar ziekte wordt Joke blijkbaar flink uitgebuit: ‘Ik krijg onkostenvergoeding van €1, daar moet ik ook nog de benzine van betalen’. Met een lach van oor tot oor hoorde ik het aan.
Zolang Joke geniet van het leven, verheug ik me op de vele bezoeken en opmerkingen die hopelijk nog komen.